1959 - 20 November
"Afval heeft in deze wereld waarde. Sommigen verdienen er een dikke boterham mee. Maar de 19-jarige Hugo van Mondfrans uit Amstelveen weet er een sprookjeswereld mee op te bouwen, zo fijn en zo speels, dat kinderen en volwassenen onmiddellijk in zijn ban raken.
Hugo van Mondfrans, zoon van een architect, maakt poppen voor zijn eigen marionettentheater. Hij maakt ze van ijzerdraad en kleedt ze aan met lapjes, blikjes, kippegaas, isolatieband, lampen, flessen, kerstversiering, struisveren, oude tennisballen en glinstersteentjes. Hij laat ze leven en bewegen, hij voert u een wereld binnen, waar illusie en fantasie tastbare begrippen worden en het onmogelijke mogelijk wordt. Hij is een kind van deze tijd en toch weer niet. Want zijn wereld is niet zwart en rot, maar rozig en ijl. Een wereld van dromen en beloften, waarin juist kinderen zich gelukkig voelen.
Hugo van Mondfrans noemt zich modeontwerper. Hij heeft hoeden gemaakt en japonnen en ze ook verkocht. De onverkochte modellen heeft hij gesloopt om er zijn poppen mee in het leven te roepen.
Marionetten hebben deze jongen van zijn achtste jaar af geboeid. Hij heeft in zijn jonge leven al talloze kindervoorstellingen gegeven voor scholen en verenigingen. Aan het begin van dit jaar heeft hij zijn kennis en techniek bij Jan Nelissen de Beroemde opgepoetst en uitgebreid.
Sinds enkele maanden heeft Hugo een enthousiaste assistente gevonden in de 20-jarige Monique Lewis, die hem in zijn droomwereld bijstaat.
'De kinderen,' zegt hij, 'weten donders goed dat ~er lemand achter staat die de figuren laat leven. Maar ze willen zelf een vinger in de pap hebben. Dus buig je in het verhaaltje mee. Ze vinden het heerlijk als er iemand doodgaat of vermoord wordt. In het begin dacht ik dat zo lets te griezelig was, maar ze vragen erom.'
"Ik wil es kijken hoe lang ik 't uithou. Als 't niets wórdt, ga ik terug naar de mode."
Voorlopig hebben Hugo en Monique voldoende werk. Het zou me*overigens niets.verbazen als u binnenkort meer hoort van deze twee jonge mensen, die u in enkele seconden een wonderlijke wereld, hun ' eigen wereld,' binnenleiden.
Door WILLY LEVIE, 1959
Moet u horen!. "Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad". Rotterdam, 20-10-1959, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 23-07-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010950900:mpeg21:p003
1959 - 18 December
AMSTERDAM, vrijdag. — De Speelkamer geeft van 23 december tot en met 10 januari 's middags 2 uur, in Amsterdams Bellevue een programma „Theater Mozaïek," marionettenspelen voor de jeugd waaraan medewerken Hugo van Mondfrans en Monique Lewis.THEATER MOZAÏEK IN BELLEVUE. "Het Parool". Amsterdam, 18-12-1959. Geraadpleegd op Delpher op 23-07-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010839215:mpeg21:p003
1959 - 24 December
POESJENELLE
Onze betreurde collega Louis Schotting, naar wie in Tuinstad Osdorp een straat zal worden genoemd, kon het in zijn raadsverslagen vroeger menigmaal tussen haakjes noteren: (Vrolijkheid), (Gelach), (Algemene Vrolijkheid), (Beweging in de zaal), (Een stem: Zou-je-wel-willen!), (Instemming). Zijn de raadsvergaderingen anders geworden of de raadsverslaggevers ? Een vraag ter overdenking, maar er zijn in deze tijd van het jaar wel andere zaken ter overdenking.
Onze betreurde collega Louis Schotting, naar wie in Tuinstad Osdorp een straat zal worden genoemd, kon het in zijn raadsverslagen vroeger menigmaal tussen haakjes noteren: (Vrolijkheid), (Gelach), (Algemene Vrolijkheid), (Beweging in de zaal), (Een stem: Zou-je-wel-willen!), (Instemming). Zijn de raadsvergaderingen anders geworden of de raadsverslaggevers ? Een vraag ter overdenking, maar er zijn in deze tijd van het jaar wel andere zaken ter overdenking.
Veel hadden wij gistermiddag tussen haakjes kunnen noteren in een andere zaal, waar wij enige tijd mochten vertoeven, Geen zaal vol vroede vaderen, maar een zaal gonzend van kinderen — tot de laatste plaats. En achterin enige volwassenen, een paar heilsoldaten en andere begeleiders van kinderen. In de kleine toneelzaal van Bellevue aan de Marnixstraat geeft, tot en met 10 januari, de toneelgroep De Speelkamer een reeks jeugdvoorstellingen met het marionettenspel van Hugo van Mondfrans, geassisteerd door Monique Lewis. De meeste kinderen gistermiddag in de zaal zullen wel vertrouwd zijn geweest met een ander kijkkastje, ,,het bleke schelvisoog van de televisie", zoals dat in het jargon van de televisiejournalistiek moet heten. Gezien het aantal televisiekijkers kan men zelfs aannemen dat het merendeel van de kinderen geregeld naar kinderuitzendingen kijkt, Maar geen teken van geblaseerdheid op de kindersnuitjes, geen moment van verveling in lijntjes om de mondhoeken getekend nu ze daar met zijn allen in de zaal naar het toneeltje van de poppenkast keken, de aloude poppenkast. Misschien doen wij de heer Mondfrans ernstig door het woord poppenkast op een schrijfmachine te tokkelen, maar voor één keer dan. En vervolgens beterschap. fo'j „Poesjenelle theater", staat er voorop en terwijl de koning boog, de stoute aap Ketelbinkie op het hoofd sloeg, de heks Krakeling zich in de kist in het donkere bos verborg, leefden de kinderen intens mee. De kapitein nadert de kist (Beweging in de zaal). De aap zal drie zakjes pinda's krijgen van de heks. (Stemmen in de zaal: niet doen!). De jokkende aap wordt, in het eerste bedrijf, door de kapitein verbannen naar het warme land waar hij eigenlijk thuis hoort (Jongensstem achter in de zaal: wat zielig...)
Het bleef niet bij stemmen, het bleef niet bij "beweging in de zaal". Soms was er een uitbundigheid dat men voor het meubilair ging vrezen. En een heilsoldate bedekte de oren met de handen om ze te beschermen tegen het gejoel dat bij tijd en wijlen los barstte. En dat alles alleen maar om de kleine poppen, die zachtjes dribbelden of schielijk vlogen, waardig bogen of wilde salto's maakten op het kleine toneeltje van Hugo van Mondfrans' Poesjenelle theater. En natuurlijk om de stemmen, die soms groot en daverend uit die kleine poppen schenen te komen. En niemand, die de hele middag scheen te talen naar iets meer elektronische verworvenheden dan de vlugge doch onzichtbare handen, die de marionetten lieten spelen.
Foto: tafereel uit De Koning en het Circus, marionettenspel van Hugo van Mondfrans, gespeeld door toneelgroep De Speelkamer.
NOTITIES onder de Keizerskroon POESJENELLE. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 24-12-1959. Geraadpleegd op Delpher op 23-07-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000036938:mpeg21:p002
1959 - 24 December
De Kerstvakantie heeft gelukkig nogal wat theateramusement voor de jeugd in Amsterdam. Tot en met 10 januari is er iedere middag in de Kleine Toneelzaal van Bellevue aan de Marnixstraat het Marionettenspel van Hugo van Mondfrans, dat „Theater Mozaïek" heet en een kinderafdeling van „De Speelkamer" is.
Gistermiddag was er première en spionierse meldt u dat er veel aardigs in dit marionettentheater te bekijken valt. Het ziet er allemaal aardig en lief uit; décortjes, kostuums (een wijds woord voor heel artistiek toegepaste lapjes, gaasjes, draadjes en frutseltjes) en enscenering getuigen van zeer goede smaak. Het is alles mooi van kleur, charmant van belichting.
De marionetten — eigen scheppingen van Hugo van Mondfrans — zijn zeer zeker artistiek, maar zijn toch meer wat spookachtig zwevende onkinderlijke wezentjes dan levend geworden poppen, die bedrieglijk echt menseljike bewegingen maken, wat juist zo charmant is van marionettenspel, (vindt spionierse).
Het repertoire was uitgebreid, mischien zelfs wat té veel on deze eerste middag, voor kleinere kinderen lijkt het wat vermoeiend.
Het repertoire had voor deze eerste keer een wat sombere inslag: er werd gestorven (De Zwavelstokken), kwaad gedaan (Zeemeermin), bittere armoede geleden (Johan en de Goudvis) en verdrietig terneder gezeten (De bloem). De kinderen leefden mee en hebben de marionetjes schreeuwend gewaarschuwd voor naderend kwaad of luide afkeuring geuit voor schurkenstreken.
MARIONETTESPEL. "Het Parool". Amsterdam, 24-12-1959. Geraadpleegd op Delpher op 23-07-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010839220:mpeg21:p002
1960 - 1 Januari
"Graag zou ik Porgy en Bess opvoeren. Ik ben er al twee jaar mee bezig. Meer dan 20 Porgy's heb ik gemaakt, maar ze bevallen me nog niet......" Op het toneel van Bellevue in Amsterdam vertelt de marionettenspeler Hugo van Mondfrans onder de pauze van het jeugdprogramma, dat hij - onder de auspicien van "De Speelkamer" - samen met zijn assistente Monique Lewis opvoert. Tijdens de kerstvakantie spelen ze voor de Amsterdamse jeugd. "Ja, je moet wel in Amsterdam beginnen", lacht Hugo, "anders hebben ze in de provincie geen respect voor je". Hij is nog geen twintig. Hij maakte al poppen, toen hij zeven jaar was. Later begon hij ook met het ontwerpen van dameshoeden.
Op zijn laatste modeshow kreeg hij een zeer aantrekkelijk aanbod van een Londens modehuis. Hij aarzelt nog tussen deze twee vormen van poezie. Wij begrijpen dit, als we kijken naar al die prachtige poppen om ons heen, zeemeerminnen, heksen, fantastische beesten en vissen, figuren uit de sprookjes van Andersen, Mlodoch en uit verhalen van Van Mondfrans zelf. Bij nader toezien blijken de glanzende vissen flessen te zijn met bolle buiken, die vinnen zijn er met skotch aangeplakt. De sneeuwman die zo parmantig danst met de kleine meisjes met de zwavelstokken, bestaat uit petticoat en watten. Behalve het word marionet (een verkleinwoord voor de beeldjes van Maria die met Kerstmis in de kerken werden gebruikt) doet ook de glinsterende, zilveren kerstversiering in kronen en kleding van danseressen denken aan Kerstmis, het feest om een kind.
Wie hem zo bezig ziet met poppen en kinderen, herkent onmiddelijk de kindervriend en de kunstenaar die een sprookjeswereld opbouwt uit de meest heterogene materialen, geen onwerkelijke wereld, illusie en ijle fantasie, maar een speelse, verwonderde kijk op de meest gewone dingen die stijf blijven als ledepoppen zolang een hand ze niet doet dansen aan hun fijne draden. Het is ook een harde wereld, waarin het kwaad ombarmhartig wordt gestraft. De gemene Arabische viskoopman wordt wreed verdronken - de kinderen juichen. De scheidslijn tussen goed en kwaad, beloning en strenge straf is scherp getrokken. Het zou onbillijk zijn deze jonge kunstenaar te vergelijken met zijn oudere kunstbroeders. Wat dictie, taal en levendigheid van dialoog betreft blijt hij hen nog ten achter. Laten we de verdere kritiek maar aan de lieve jeugd zelf overlaten. Die schreeuwen ze rustig door de zaal tussen hun vele spontane kreten van bewondering, een ontwaken voor wat goed en schoon is. Een klein meisje bood Hugo tijdens de pauze een stuk chocola aan, een voorteken dat dit uitstekende initiatief van De Speelkamer ook in de provincies success zal oogsten bij een jeugdig publiek en jeugdige volwassenen. H.B.
MARIONETTEN. "De Linie". Jaargang 15, 1960, no. 718, 1 Januari. Geraadpleegd op Delpher op 23-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB26:000323001:00001
Comments
Post a Comment